G4-steden dringen aan op snellere acties voor klimaatdoelen

Naar aanleiding van de meest recente Klimaat- en Energieverkenning (KEV), gepubliceerd door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), roepen de vier grote steden (G4), het Rijk op om extra maatregelen te nemen om de klimaatdoelen te halen. Het PBL concludeert in haar rapport dat het zeer onwaarschijnlijk is dat met het huidige beleid de klimaatdoelen voor 2030 gehaald gaan worden.

Den Haag

Het is zorgwekkend dat we de klimaatdoelstellingen niet gaan halen, terwijl het kabinet in hun hoofdlijnenakkoord en regeerprogramma duidelijk heeft vastgelegd zich te houden aan de doelen van het Parijsakkoord. De voorgestelde maatregelen blijken onvoldoende om deze ambities te realiseren, wat de verantwoordelijkheid bij de regering legt. De logische conclusie is dat er dringend meer actie ondernomen moet worden om de eigen doelstellingen te behalen. Daarom is de oproep aan het kabinet: houd je aan de ambities die je zelf hebt geformuleerd en zet de nodige stappen om onze toekomst veilig te stellen.

Het KEV laat zien dat met name de CO2-reductie in de industrie en landbouw achterblijft ten opzichte van de doelstellingen. Ook deze urgentie wordt binnen de G4-steden gevoeld. Zo wil de haven van Rotterdam graag verduurzamen, maar wordt verduurzaming aanzienlijk vertraagd door het gebrek aan capaciteit op het stroomnet en de beperkingen door stikstofregels. Alle zeilen moeten worden bijgezet om de overstap te maken naar schonere energie.

Daarnaast kunnen de G4-steden een aanzienlijke bijdrage leveren aan het behalen van de klimaatdoelen voor de gebouwde omgeving. Wethouder Arjen Kapteijns (gemeente Den Haag, Energietransitie) zegt namens de vier grote steden: “De grote steden kunnen een grote bijdrage leveren aan het realiseren van de klimaatdoelstellingen, maar we hebben het Rijk nodig voor wetgeving die ons in staat stelt om aan de slag gaan met de warmtetransitie en voor voldoende financiële middelen. De plannen liggen klaar, nu is het noodzakelijk om te starten met de uitvoering.

Een van de afgesproken maatregelen uit het Klimaatakkoord is de warmtetransitie, met als doel 500.000 warmtenetaansluitingen voor 2030 in heel Nederland te realiseren. Voor veel wijken in de G4-steden, waar relatief veel gestapelde bouw en een hoge bebouwingsdichtheid aanwezig zijn, is een warmtenet de beste oplossing met de laagste maatschappelijke kosten.

Echter, door het vertragen van landelijke wetgeving die de warmtetransitie kan versnellen, en door een gebrek aan middelen, stagneert de aanleg van nieuwe warmtenetten. In Den Haag zijn er grote mogelijkheden voor het verwarmen van woningen met schone warmte afkomstig van toekomstige geothermiebronnen. De stad beschikt over een geschikte ondergrond voor geothermie, maar deze bronnen worden pas ontwikkeld als er nieuwe warmtenetten worden aangelegd om de warmte naar woningen en gebouwen te brengen. Rotterdam heeft warmtenetten nodig om beschikbare restwarmte in te zetten.

Arjen Kapteijns: “Een belangrijke voorwaarde is dat het aansluiten op een warmtenet betaalbaar is voor alle huishoudens, dat kan alleen als het Rijk voldoende middelen vrijmaakt om de aanleg van warmtenetten goedkoper te maken.” De G4-wethouders Duurzaamheid en Energietransitie roepen het Kabinet dan ook op om meer maatregelen te nemen en voldoende middelen beschikbaar te stellen om de uitvoering van het Klimaatakkoord voort te zetten, zodat iedereen mee kan in de warmtetransitie.

In de aanloop naar de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei begin november vragen de G4-steden opnieuw aandacht van het Kabinet en de Tweede Kamer voor het verder uit het zicht raken van de klimaatdoelstellingen.