Bredere aanpak van radicalisering en extremisme

De gemeente Den Haag verbreedt de aanpak van radicalisering en extremisme. Den Haag heeft afgelopen jaren veel ervaring opgebouwd met zogenoemde uitreizigers en heeft met preventieve maatregelen een signaleringsstructuur opgebouwd om (gewelddadig) extremisme en radicalisering in de stad tegen te gaan. Tegelijkertijd is in Den Haag – net als in de rest van Nederland – extremisme steeds lastiger in ideologische hokjes te plaatsen en zijn personen die risico’s vormen niet per se aan de woonplaats Den Haag verbonden. Daarom is ook meer regionale samenwerking noodzakelijk in de aanpak van nieuwe fenomenen.

Dat blijkt uit de Fenomeenanalyse Extremisme Regio Haaglanden en Hollands Midden, dat in opdracht van de gemeente Den Haag is uitgevoerd. De Fenomeenanalyse is met de Voortgangsrapportage lokale aanpak van radicalisering en extremisme vandaag naar de raad gestuurd door burgemeester Jan van Zanen van Den Haag.

,,De dreiging vanuit gewelddadig extremisme blijft aanwezig in Nederland en dus ook in Den Haag. Dat vraagt om voortdurende alertheid. Zeker omdat de financiële ondersteuning vanuit het Rijk minder wordt. Hiervoor vragen we uiteraard aandacht, en tegelijkertijd werken we lokaal door aan het verbeteren van onze aanpak. Ook kunnen we door meer samen te werken in de regio de dreiging zoveel als mogelijk verkleinen en blijven inspelen op de veranderingen.’’, aldus burgemeester Van Zanen.

De gemeente ontving vorig jaar 40 meldingen van vermoedelijke radicalisering. Dat is iets meer dan een jaar eerder: in 2023 werden er 37 meldingen gedaan bij het Informatiepunt Preventie Polarisatie en Radicalisering (IPPR). Net als in eerdere jaren hadden de meeste meldingen in 2024 betrekking op het jihadisme. Daarnaast waren er meldingen van rechts- en anti-institutioneel extremisme, maar is extremistisch gedachtegoed vaak ook niet meer strak ideologisch afgebakend. Verder spelen radicaliseringsprocessen zich vaker online af, zijn er meer radicaliserende minderjarigen en is geregeld sprake van een samenloop van geestelijke problematiek met extremisme.

De Haagse aanpak van deze complexe en veranderende fenomenen bestaat uit een combinatie van gerichte interventies en meer algemene preventieve maatregelen, zoals weerbaarheidsprojecten tegen factoren die voedingsbodem kunnen vormen voor extremisme. In totaal zijn in Den Haag met in alle stadsdelen ongeveer 1500 jongeren, 140 ouders en 50 professionals (waaronder jeugd- en wijkwerkers) bereikt. Dit aantal ligt iets hoger dan voorgaande jaren, mede door een nieuw project gericht op desinformatie.

De gemeente werkt in de aanpak binnen en buiten de stad nauw samen met zorg- en veiligheidspartners. Zo zijn een paar honderd professionals uit het zorg- en veiligheidsdomein getraind.  Voor meer regionale samenwerking is het afgelopen jaar ook een kennisbank opgezet vanuit het Zorg- en Veiligheidshuis Haaglanden. Daarnaast worden gerichte projecten ingezet met andere gemeenten. Bijvoorbeeld met Zoetermeer het project Trias Pedagogica dat zich richt op ouders, omdat zij een belangrijke beschermende rol spelen voor (hun) jongeren. Ook wordt nu gewerkt aan een nieuw project met Delft, Gouda en Zoetermeer dat zicht richt op volwassenen om hen weerbaar te maken tegen anti-institutioneel extremisme.