Den Haag grijpt regie bij stadsontwikkeling  

Den Haag wil meer regie gaan voeren op ruimtelijke ontwikkelingen in de stad. Hiertoe is door het college van B&W een nieuwe Begin externe link: Nota Grondbeleid(Externe link), einde externe link. naar de gemeenteraad gestuurd, met voorstellen voor een actiever grondbeleid. Ook is hiervoor alvast 5 miljoen euro uitgetrokken. Het college wil het bijvoorbeeld gemakkelijker maken om als gemeente leegstaand vastgoed aan te kopen. Of om gebouwen te transformeren en voorzieningen te organiseren. 

Luchtfoto Den Haag – Fotograaf Jurriaan Brobbel

Den Haag groeit, maar niet in oppervlakte. ‘Steeds meer mensen willen hier wonen, werken, ondernemen en ontspannen’, stelt wethouder Martijn Balster van Volkshuisvesting, Welzijn, Wijken en Zuidwest. ‘Ingeklemd door zee, groengebieden en onze buurgemeenten, blijft de ruimte echter beperkt. Die moeten we dus zo goed mogelijk benutten. We willen graag dat onze woningen betaalbaar zijn, maar ook dat we kunnen sturen op de kwaliteit van de leefomgeving en de voorzieningen die nodig zijn. Daar is een overheid voor nodig die de regie neemt.’ 

De beperkte ruimte maakt grond in Den Haag tot een schaars goed. Dit vraagt om een toekomstgericht grondbeleid. Met zo’n beleid kan de gemeente inspelen op de uiteenlopende behoeften van bewoners, ondernemers en bezoekers. De nieuwe Nota Grondbeleid vormt de leidraad voor het gebruik en de ontwikkeling van grond in onze stad, zowel integraal als gebiedsgericht. 

Evenwichtige groei

Het college streeft naar een evenwichtige groei van Den Haag, met oog voor duurzaamheid, leefbaarheid en sociale inclusie. Hiervoor moeten slimme keuzes worden gemaakt op het gebied van grondgebruik en grondontwikkeling. Zo kunnen er wijken worden ontwikkeld met onder andere voldoende groen, scholen, sportgelegenheden en goed openbaar vervoer. 

Wethouder Balster verwoordt het als volgt: ‘We willen een stad creëren die klaar is voor de uitdagingen van morgen, met alles wat nodig is om mensen zich er thuis te laten voelen. Daar zetten we met dit voorgestelde beleid op in.’