Druk op het stroomnet: netcongestie uitgelegd

De vraag naar elektriciteit is groot. Ook in Den Haag. Daardoor is er niet genoeg ruimte op het elektriciteitsnet om alle stroom te vervoeren. Dit heet netcongestie.

Het stroomverbruik stijgt omdat het aantal inwoners, bedrijven en woningen in Nederland groeit. Maar ook omdat steeds meer mensen elektrisch rijden, verwarmen en koken. Dat fossiele brandstoffen plaatsmaken voor duurzame elektriciteit is goed nieuws voor het klimaat. De overheid en de netbeheerders die de stroom vervoeren  doen er alles aan om te zorgen dat dit door kan blijven gaan. Als het te druk is op het stroomnet kunnen er problemen ontstaan. De stroom die dan uit het stopcontact komt is te laag  of te hoog. Dat kunt u merken aan knipperende lampen en zonnepanelen die geen stroom meer terugleveren.

Geen netcongestie bij huishoudens

Netcongestie zorgt nu vooral voor problemen op het hoogspanningsnet waar grote stroomverbruikers op zijn aangesloten. Huishoudens en kleine bedrijven zijn aangesloten op het laagspanningsnet. Daar heeft netcongestie nog geen gevolgen. Kleine stroomverbruikers kunnen een zwaardere elektriciteitsaansluiting krijgen als dat nodig is voor verduurzaming. Bijvoorbeeld voor een warmtepomp, zonnepanelen of een inductiekookplaat. De netbeheerder in Den Haag, Stedin, versterkt het laagspanningsnet buurt voor buurt . Dit is veel werk en inwoners kunnen dat merken. Zoals straten die open moeten open om zwaardere kabels te leggen. Of door de bouw van elektriciteitshuisjes.

Zo helpt u bij drukte op het stroomnet

U kunt helpen door minder energie te gebruiken. Dat scheelt u ook geld. Doe bijvoorbeeld de deuren dicht van kamers die u verwarmt, hang gordijnen voor de ramen en breng een tochtstrip aan bij naden en kieren. Vermijd de spits op het stroomnet. Gebruik zo min mogelijk stroom tussen 16.00 en 21.00 uur. Laad uw elektrische auto ’s nachts op en zet de wasmachine ná 21.00 uur aan.

Dit artikel stond in de Begin link:Stadskrant van februari 2025, einde link..